
Vrijheid
Duizend tinten groen en eeuwenoude patronen
Ik zoef op een fijn tempo door het bos. Het fietspad knispert onder de banden van mijn rode ‘Ferrari’. De wind suist om mijn oren. Het zonnetje schijnt voorzichtig. Duizend sprankelende tinten groen dringen mijn netvlies binnen en mengen zich van binnen met alle andere sensaties tot één onuitsprekelijk majestueus geheel. Het is een hoopvolle dag. Ik voel het in al mijn vezels. Diep in mijn buik. Het is een stroompje energie dat bij elke keer dat ik mijn trappers aanzet om rond te draaien sterker wordt. Het cirkelt rond in eeuwenoude patronen tot het een bal van energie vormt in mijn binnenste, het spoort me aan tot nog meer bewegen. Mijzelf steeds meer bewust van dat gevoel geniet ik. Intens.
Ik moet naar buiten
Een kwartier eerder fietste ik weg van huis. Geen vastomlijnde plannen of routes. Een onderbuikgevoel van de dag ervoor drijft me aan. Ik weet dat ik naar buiten moet en dat ik ver wil fietsen. Door de bossen. Naar Arnhem, Burgers Zoo, al lang een wens, of misschien blijf ik wel op de Veluwe hangen. Ik weet het echt nog niet. Ik laat het fijn open. Allerlei gedachten en obstakels houden me vaak tegen. Haalt mijn accu dat wel. Nergens een plek te vinden om te laden. Kan ik niet beter iets anders doen. Ik moet nog van alles. Maar dit keer staat mijn besluit vast. Ik luister naar het gevoel in mijn buik en stap gewoon op de fiets. Ik hoef niet precies te weten wat ik ga doen die dag. Ik hoef niet voor het avondeten terug te zijn, de mannen redden zich prima zonder mij.
Geen vlag nodig
De saboteur in mij doet nog een poging me ervan te weerhouden op de fiets te stappen. Het is te laat, je had veel eerder op de fiets moeten zitten. Dapper schuif ik de gedachten opzij, mond houden jij. Ik ga gewoon. Nu fiets ik hier en geniet. Voor mij verschijnt een kruising van zandpaden. Nu moet ik kiezen. Welke kant ga ik op? Tot het allerlaatste moment weet ik niet wat ik ga doen. In een opwelling sla ik toch rechtsaf. Het voetveer en het water van de IJssel lonken. Daar aangekomen rijd ik voorzichtig mijn fiets het veer op. Zon, wind en water geven me een gevoel van vrijheid. De Nederlandse vlag wappert vrolijk op de achtersteven van het Dommerholtsveer alsof er niets aan de hand is. Ik mijmer even, over vrijheid. Over hoe vrijheid in de buitenwereld onder enorme druk staat, over hoe ik in mijn binnenwereld zo eindeloos veel meer vrijheid ervaar en wat dat met elkaar te maken heeft. Die vlag moet op de kop, denk ik. Of gewoon helemaal weg. Ik heb geen vlag nodig om een gevoel van vrijheid te voelen. Echte vrijheid zit van binnen.
Thuiskomen
We varen. Het stromende water doet iets met je. Ik weet niet precies wat. Ik geniet er maar gewoon van. Nog steeds zonder vastomlijnd plan fiets ik aan de overkant verder. Landschappen wisselen zich af. Een ree kijkt aandachtig naar wat ik doe. Ik groet het dier en fiets vrolijk verder. In de verte zie ik de bossen van de Veluwe verschijnen. Zodra ik het gebied, in de buurt van Loenen, binnen fiets ervaar ik een gevoel van thuiskomen. Ik hou van de bossen, de heuvels, de heide, de atmosfeer. Hier hoor ik. Alsof ik hier eeuwen geleden ook al rondgelopen heb. Ik voel me één met het landschap. Één met de natuur om me heen. Heuvel op heuvel af trekt het landschap aan me voorbij. Ik besluit om toch door te fietsen naar Burgers Zoo. Het kan best. In razende vaart scheur ik in de buurt van Rozendaal naar beneden de heuvel af. Kasteel Rozendaal vlieg ik voorbij. Rechtsaf en nog een keer, nog even door en dan ben ik er. Terwijl ik voor de balie van de dierentuin sta, besluit ik dat ik toch een abonnement neem.
Angst en vrijheid
Ik loop naar binnen en geniet meteen van alles wat ik waarneem. Het park, de zorg die er aan besteed is, de prachtige planten, al die verschillende bladeren en bloemen, dieren, vachten, huiden, structuren, patronen, de mensen, kinderen die overduidelijk aan het genieten zijn. Voor mij is het een enorm inspirerende omgeving. Een magische wereld. Tegelijk scan ik de omgeving op zoek naar een rustig plekje om te kunnen zitten met mijn schetsboek. Ik houd niet van pottenkijkers als ik aan het tekenen ben. Eerst maar eens genieten en alles binnen laten komen. Tegen sluitingstijd vind ik een rustig plekje en haal ik mijn schetsboek tevoorschijn. Weer een drempel genomen. Dat voelt goed. Angst en vrijheid zijn grote thema’s, voor iedereen denk ik, maar zeker ook voor mij. Terwijl ik zit, met mijn schetsboek en probeer een doodshoofdaapje te vangen op papier besef ik dat een dierentuin een spiegel is van onze maatschappij. Durf ik in die spiegel te kijken? Hoe kan ik genieten als voor mijn ogen anderen gevangenschap ervaren?
Perceptie en projectie
Kunnen vrijheid en onvrijheid naast elkaar bestaan? Een gevangenis blijft vrijheidsbeperking al kleed je haar nog zo mooi aan. Dat brengt mijn gedachten naar de uitspraak: ‘You’ll own nothing and you will be happy’. Wordt het opgelegd ervaar ik onvrijheid. Maar ik besef ook dat als ik daar zelf voor kies het misschien wel vrijheid oplevert. Niets is zwart wit en toch bestaan zwart en wit. De meneer die ik vanmiddag al in een negatief hokje gestopt had omdat hij al mopperend op gillende kinderen voorbij liep en daar idem dito bij keek, bleek een enorm aardige man te zijn toen hij en zijn vrouw mij even later aanspraken. Zijn chagrijnige gemopper vond ik niet leuk, maar we delen een interesse in fotografie, willen allebei niet met enorme lenzen rondzeulen, vinden het leuk om dingen te ontdekken in de natuur waar anderen aan voorbij lopen. We wisselden tips voor leuke plekken om te bezoeken uit. Ik besefte weer even heel goed dat mijn perceptie van en projectie op dingen me zo ontzettend op het verkeerde been kan zetten. Wat is het in mij dat ik er meteen zo’n negatief label op moet plakken? Terwijl ik vijftig kilometer terug fiets kan ik daar mooi, tussen het genieten door uiteraard, nog even over nadenken.
‘We are all visitors to this time, this place. We are just passing through. Our purpose here is to observe, to learn, to grow, to love……… and then we return home.’
Aboriginal Proverb
